De Swifter is een productief schapenras, in de zeventiger jaren door de Landbouwuniversiteit in het Nederlandse Wageningen, ontwikkeld om de productiviteit van de schapenstapel te verbeteren.
De Swifter is ontstaan uit een kruising tussen de Texelaar en het Vlaamse melkschaap. Op deze manier zijn de economisch belangrijke eigenschappen van beide rassen in één ras verenigd.
Swifters worden gebruikt als vleeslammoederdieren. Voor de vermeerdering van het ras worden nu nog uitsluitend Swifters gebruikt. Omdat de boerderij, waar de eerste Swifters werden gehouden, in het Flevolandse plaatsje Swifterbant stond, werd het nieuwe ras 'Swifter' genoemd.
Swifters zijn witte schapen met vaak een zwarte neusspiegel en hoeven, soms zijn die bleek. Vooral op de oren maar ook op de rest van het lichaam kunnen al eens zwarte vlekken voorkomen.
De staart is liefst wolloos. Dit is hygiënischer en het hindert ook minder bij het dekken.
Het zijn grote maar vooral lange dieren. Dit geeft voordelen i.v.m. gewicht, dracht en voederopname. Ooien wegen vaak meer dan 70 kg en rammen kunnen 130 kg bereiken.
Het beenwerk moet correct en sterk zijn, niet te grof of te fijn en in verhouding met de hoogte en de lengte van het lichaam zodat ze vlot en elegant kunnen bewegen.
De hoeven zijn hard en gezond. De muil is voldoende breed en de kop is smal.
Swifters hebben een langere gemiddelde levensduur dan de ons bekende rassen. Daardoor moet men minder vaak nieuwe ooilammeren inzetten. Dit kost minder en men kan scherper selecteren.
Bron: www.swifter.be